Je zit met een vriendin in een druk café. Om je heen klinkt gelach, bestek rammelt, stoelen schuiven, en iemand heeft de muziek net iets te hard gezet. Je probeert mee te doen met het gesprek, maar de woorden van je vriendin verdrinken in de herrie. Je knikt, lacht op de verkeerde momenten en voelt je langzaam buitengesloten.
“Zeg dat nog eens?” vraag je voor de derde keer. Haar gezicht vertrekt in een glimlach: “Nee-niks, niet belangrijk.” Maar voor jou is het dat wel. Want weer mis je een stukje van de wereld om je heen.
Dit is slechthorendheid.
Slechthorendheid is als een onzichtbare muur tussen jou en de rest. Je ziet mensen praten, maar hun woorden komen gefragmenteerd binnen, alsof iemand de radio half op een andere zender heeft gezet. Soms snap je de helft, soms alleen losse klanken. En dan doe je wat iedereen doet: glimlachen, knikken, en hopen dat niemand merkt dat je het niet verstaan hebt.
Ik herken dit uit eigen ervaring. Vorige week was ik op een netwerkborrel. Een man stond recht tegenover me, maar zijn woorden verdwenen in het geroezemoes. Ik probeerde zijn lippen te lezen, maar de gedimde verlichting maakte het onmogelijk. “Ja, leuk!” zei ik, terwijl ik geen idee had waar hij het over had. Later bleek hij me net een baan te hebben aangeboden. Oeps.
Of die keer op kantoor, tijdens een brainstorm. Iedereen roept door elkaar, grapjes vliegen over tafel, en jij? Jij zit te puzzelen: heeft iemand zojuist ‘deadline’ of ‘pineapple’ gezegd? Je durft niet te vragen, want je wilt niet voor de zoveelste keer “lastig” zijn. Dus zwijg je. En voel je je steeds kleiner worden.
Slechthorendheid is meer dan ‘gewoon harder praten’. Het is vermoeiend, omdat je brein overuren maakt om gaten in gesprekken op te vullen. Bij tijden voel je je eenzaam, omdat je grapjes, complimenten, belangrijke informatie mist. En het is regelmatig ronduit frustrerend. Voor jou en voor de mensen om je heen. “WAT?!” roepen wordt op den duur vermoeiend voor iedereen.
En dan zijn er nog de goedbedoelde, maar contraproductieve tips:
“Spreek maar harder!” Dat klinkt logisch, maar slechthorendheid gaat vaak over vervorming van geluid. Harder praten vervormt klanken ook harder; het wordt daardoor dus alleen maar erger.
“Kijk me aan als je praat!” is zeker een goede tip, tot iemand zijn hand voor zijn mond houdt of wegkijkt. Bij een netwerkborrel met hapjes, geen rare gewoonte.
“Pas je hoortoestel aan!” is eigenlijk een mythe. Een hoortoestel helpt absoluut, maar het is geen magisch apparaat dat ineens al het achtergrondlawaai wegtovert.
Gelukkig zijn er eenvoudige trucs die een wereld van verschil maken. Of je nu zelf slechthorend bent of met iemand in gesprek bent die slechthorend is:
1. Spreek als een pro
Spreek langzaam en niet te hard. Articuleren helpt veel beter dan volume. Zorg ook dat er één persoon tegelijk spreekt. Geen overlappende gesprekken; dat is voor niemand fijn, maar voor slechthorenden een nachtmerrie. Probeer ook andere formuleringen als je iets herhaalt. Als iemand je niet verstaat, zeg het dan met andere woorden. Ga niet letterlijk herhalen: “We gaan om 5 uur!” maar maak er iets van als: “De afspraak is om 17:00.”
2. Maak de omgeving mee
Wil je een serieus gesprek voeren, kies dan een rustige plek. Een hoekje in het café in plaats van de ronde tafel, precies in het midden. Ook de verlichting is erg belangrijk. Zorg dat je gezicht zichtbaar is (dus: geen hand voor de mond, geen donkere ruimtes).
En natuurlijk kun je technologie inzetten. Apps die spraak omzetten naar tekst bijvoorbeeld. Laatst kon ik iemand niet goed verstaan. Ik heb toen mijn notitieapp geopend en gevraagd om kort in te typen wat ze me wilde vertellen. Werkte fantastisch!
3. Wees eerlijk (met een vleugje humor)
Misschien schaam je je een beetje voor slechthorendheid. Dat begrijp ik best, maar dat is ook een belemmering. Iemand anders kan het niet aan je zien en er daarom ook geen rekening mee houden. Geef het gewoon aan met een leuke twist: “Ik ben slechthorend, dus als ik enthousiast ‘ja!’ roep op je ‘Gaan we straks de was ophangen?’, check even of ik het wel goed heb gehoord!”
4. Geef elkaar tools
Een simpele afspraak in vergaderingen: wie praat, houdt de pen vast en wie de pen niet vast heeft, praat niet. Zo weet iedereen wie aan de beurt is. Op die manier zorg je ook meteen voor echte aandacht binnen de vergadering. Ook dingen opschrijven of tekenen is een mooie manier. Een whiteboard, chatgroep of zelfs een blocnote op tafel kan wonderen doen. En natuurlijk oefenen met actief luisteren. Stel vragen als: “Klopt het dat je zei dat …?” Zo check je of je het goed hebt begrepen.
Boekentip om beter naar elkaar te luisteren en door te vragen: Geweldloze Communicatie van Marshall B. Rosenberg: https://www.bol.com/nl/nl/p/geweldloze-communicatie/1001004010930167/
Slechthorendheid is geen ‘probleem’ dat opgelost moet worden. Het vraagt om een iets andere manier van communiceren. En ja, soms is het lastig. Maar met een beetje creativiteit en geduld hoeft niemand buiten de boot te vallen.
Dus de volgende keer dat iemand “Wat?” zegt, denk dan niet: “O jee, lastig.” Maar: “Hoe kan ik dit makkelijker maken?” Want toegankelijk communiceren is geen gunst, het is gewoon goed communiceren.
Heb je zelf een ‘slechthorend-moment’ dat je nooit zult vergeten? Of een tip die voor jou juist heel goed werkt? Deel het in de reacties! Want samen maken we de wereld een stukje begrijpelijker.
PS: Wil je meer weten over hoe je je werkplek of evenement toegankelijker maakt? Stuur me een bericht! Ik deel graag mijn ervaringen.
ABONNEER NU
Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief en ontvang de interessantste verhalen van de dag rechtstreeks naar je inbox, vóór iedereen
Copyright © 2025 Ik versta je niet • Onderdeel van: ToegankelijkheidsFabriek • Privacybeleid